fbpx

Lilith, Eva en het vrouwelijke dat zich herinnert

Vandaag had ik een gesprek met een man. Een vriendelijk, oprecht gesprek. We hadden het over Lilith — en hij vroeg:

“Zij was toch die ongehoorzame vrouw?”. Een simpele vraag, ogenschijnlijk feitelijk. Maar ik voelde iets in mezelf bewegen.

“Is dat zo?” vroeg ik hem terug. “En vanuit wiens perspectief?”

Want Lilith is een vrouw van kracht en mysterie. In oude teksten, nog vóór Eva haar intrede doet in het Bijbelse verhaal, wordt Lilith genoemd als de eerste vrouw van Adam. Niet uit zijn rib genomen, maar net als hij, gevormd uit klei. Gelijkwaardig. Oorspronkelijk. Onafhankelijk.

En daar ligt misschien het ‘probleem’.

Lilith weigerde zich te onderwerpen. Ze voelde diep in zichzelf: dit klopt niet voor mij. Het paradijs, zoals het daar was, zou geen plek zijn waar zij haar waarheid kon leven. En dus vertrok ze. Niet uit opstandigheid, maar uit zelfkennis. Niet uit rebellie, maar uit trouw aan haar essentie.

Toch werd ze bestempeld als “ongehoorzaam”. Zo werkt dat vaak in verhalen geschreven vanuit een mannelijk perspectief — het vrouwelijke dat zich niet laat temmen wordt een bedreiging, een zonde, een mythe die men met een waarschuwing doorgeeft.

Maar laten we even kijken naar wie Lilith werkelijk is.

In de mythen wordt zij gezien als het symbool van vruchtbaarheid: ze baart honderd kinderen per dag. Tegelijk staat ze voor destructie — maar niet de destructie zoals we die kennen van oorlog, strijd en machtsspelletjes. Liliths destructie is cyclisch. Ze maakt ruimte voor iets nieuws. Denk aan bevallen: het lichaam scheurt, bloedt, transformeert. Er is pijn, er is verlies, maar dan… leven.

Destructie als creatiekracht.

Toen Lilith werd gevraagd terug te keren naar Eden en ze weigerde, dreigde men haar: “Dan doden we honderd van je kinderen per dag.”

Haar antwoord?

“Dan doe ik het zelf wel.”

Ze neemt verantwoordelijkheid. Niet uit kilheid, maar vanuit het diep besef dat echte keuzes consequenties dragen — en dat je pas echt vrij bent als je ook de gevolgen durft te dragen.

Tijd verstrijkt. Lilith verdwijnt naar de randen van het verhaal. En dan komt Eva.

Niet uit klei, maar uit Adam. Geen gelijkwaardigheid meer, maar afhankelijkheid. Het vrouwelijke wordt onderdanig gemaakt. Zorgend, dienend, zacht. Mooie kwaliteiten — zolang ze niet vervormen in zelfopoffering.

Want daar zijn we vandaag vaak nog mee verbonden. Vrouwen (en ook mannen) die zichzelf wegcijferen voor hun gezin, partner, werkgever. Dienstbaarheid die niet meer uit kracht komt, maar uit plicht. En zo verliezen we iets essentieels: het innerlijk weten, het intuïtieve ja of nee van Lilith.

En dan komt dat ene moment: Lilith keert terug naar Eden. Niet als de vrouw die ooit vertrok, maar als half vrouw, half slang. De verleidster. Ze fluistert Eva toe, nodigt haar uit te proeven van de verboden vrucht — kennis, bewustzijn, keuzevrijheid.

En wat gebeurt er?

Het vrouwelijke wordt opnieuw de schuld gegeven: “Zij heeft het paradijs verpest.” Maar niemand spreekt over Adam, die net zo goed at. Geen enkel woord over zijn verantwoordelijkheid.

Zo zie je hoe het verhaal geschreven werd — en herschreven mag worden.

Misschien is Lilith niet de demonische vrouw zoals men eeuwenlang vertelde. Misschien is zij het vergeten deel in ons allemaal dat weet wanneer iets niet klopt. Dat durft op te staan, te vertrekken, en de consequenties te dragen. Dat niet wil buigen, maar wil bloeien.

En misschien is Eva niet slechts de volgzame, maar ook degene die met moed kiest voor het pad van bewustzijn.

Misschien is het tijd dat we hen beiden omarmen. Lilith én Eva. Kracht én zorg. Intuïtie én liefde. Woede én compassie. Dienstbaarheid zonder zelfverlies. Vrijheid met verantwoordelijkheid.

En dit geldt niet alleen voor vrouwen.

Ook mannen dragen Lilith en Eva in zich.

Zij zijn ook opgegroeid in een wereld die hen leerde hoe een man “hoort” te zijn: sterk, rationeel, leidend. Maar wat als een man ook dienstbaar wil zijn — zonder dat dit zwakheid betekent? Wat als hij ook zijn intuïtie wil volgen, ook zijn grenzen wil bewaken, ook zijn zachtheid wil omarmen zonder zichzelf daarin te verliezen?

Mannelijke destructie is vaak gericht op controle, verovering, macht. Maar ook mannen mogen leren dat destructie iets creatiefs kan zijn — het afbreken van oude patronen, het laten gaan van verwachtingen, het durven voelen wat er echt speelt.

De weg terug naar het paradijs — naar innerlijke balans — loopt niet via één van de twee. Niet via Lilith óf Eva, maar Lilith én Eva. Niet via mannelijk óf vrouwelijk, maar via het mannelijke én vrouwelijke. Via het erkennen van álle delen in ons.

Want pas als we alle delen van onszelf omarmen, helen we ons verhaal.

En pas dan kunnen we het paradijs opnieuw betreden.

Bewust, vrij en in verbinding — met onszelf, met elkaar, en met de wereld om ons heen.