Mijn eerste zweethut – De poort naar een nieuwe reis
Tien jaar geleden zette ik voor het eerst voet in een zweethut. Niet zomaar, maar met een intentie. Ik wilde de organisatoren beter leren kennen, want ergens diep vanbinnen voelde ik dat ik met hen een Vision Quest wilde doen. Een sjamanistisch ritueel waarin je het oude laat sterven om je authentieke zelf meer ruimte te geven. Maar voor ik daar volmondig ‘ja’ op kon zeggen, moest ik voelen of dit de juiste bedding was. De zweethut zou mijn antwoord geven.
Ik had al zoveel verhalen gehoord over zweethutten – hoe heet het is, hoe intens het proces kan zijn, hoe mensen hun diepste stukken tegenkomen. Dus stond ik daar, als buitenstaander, een tikje afwachtend.
Ik zag hoe Vuurhoedster met zorg en aandacht het vuur voorbereidde. Hoe het hout werd opgestapeld, hoe de hut liefdevol met dekens werd toegedekt. De hut – symbool van de baarmoeder – waar we met wel 24 mensen in zouden gaan zitten. In mijn hoofd paste dat nooit. Maar goed.
Het vuur werd ontstoken. Trommels en gezang vulden de lucht terwijl mensen dansend rondom de houtstapel bewogen. Ik stond erbij en wist niet goed wat ik ervan moest vinden. Het was allemaal nieuw, anders, een beetje vreemd – en toch voelde ik me aangetrokken tot deze wereld.
De hut begon. Ronde na ronde zaten we daar, zwetend, zingend, klankend – in de hitte, in het donker. De geluiden, de vibraties, de stem van de groep brachten lagen in beweging die ik met woorden nauwelijks kan omschrijven. Tijdens een van de eerste rondes brak er zelfs een conflict uit – iemand vond dat het heter moest, een ander vond dat hij zich niet moest bemoeien met de watergieter. Normaal zou ik daar enorm door uit balans raken. Maar nu… kon ik het laten zijn. Ik bleef bij mezelf. Drie rondes lang gleed ik in een heerlijke flow. Appeltje-eitje, dacht ik nog.
Tot de vierde ronde.
De watergieter vroeg of we elkaar allemaal een hand wilden geven. We zaten twee rijen dik rondom de hete stenen. Ik stak mijn handen uit… en niemand vond de mijne. Daar zat ik dan. Koude billen op de vochtige lentebodem. Iemand voor me blokkeerde de warmte van de stenen. En daar, in dat donker, raakte iets ouds me. Hard. Een golf van vroeger overspoelde me: ik hoor er niet bij, ik mag niet meedoen, ik ben alleen. Moederziel alleen, in een overvolle hut.
De ronde eindigde. Iedereen ging naar buiten. Maar ik niet. Ik kon niet. Mijn proces was nog maar net begonnen. Pas later kroop ik de hut uit – als een wedergeborene. Buiten was het inmiddels donker. Het vuur brandde nog. En daar, in dat moment, zat ik naast een man die een arm om me heen sloeg. Stil, liefdevol. Ik mocht even landen, voelen, bijkomen.
Dát was het moment dat ik viel voor de ceremonie. Niet als iets groots of dramatisch, maar als een diepe, stille ‘ja’ van binnen. Ik wist: ooit mag ik daar zitten. Op de plek van de watergieter. Zonder precies te weten hoe of wanneer, maar wetende dat dit pad me riep.
Voor mij is de zweethut een mix van kerk, sauna en psychiater. Je uit je gebeden, je zweet je ziel schoon, je zingt je herinneringen wakker en je ontmoet je eigen demonen – en dat allemaal gedragen door de liefdevolle kracht van Moeder Aarde, het vuur, het water, de windrichtingen, de voorouders en meer. Inmiddels giet ik zelf al 8 jaar zweethutten en neem ik je graag mee op reis – naar de diepte, naar jezelf.
Waarom zou jij in de zweethut stappen?
De zweethut is geen gewone ervaring. Het is een reis naar binnen. Een plek waar je loslaat wat je niet meer dient, waar je je lichaam, geest en ziel zuivert, waar je mag zweten, bidden, voelen, herinneren wie je bent. In het donker van de hut vind je helderheid. Omringd door de warmte van de stenen, het gezang, de stilte, de ademhaling van de groep.
Je laat lagen vallen. Je geeft over. Je herinnert je kracht. Voor wie verlangt naar verbinding – met zichzelf, met de aarde, met iets groters. Voor wie een intentie wil zetten, een proces wil markeren, of gewoon wil thuiskomen in zichzelf.
De zweethut is rauw. Eerlijk. Helend.
En misschien is het precies wat jouw ziel nu roept.